Walvisvaart

Walvisvaart

In 1633 monstert Machghyel Adriaensen Ruyter als stuurman op de walvisvaarder "De Groene Leeuw" van de Groenlandtsche Compagnie onder schipper Jochem Jansen. Hij is dan 26 jaar met 15 jaar loffelijke staat van dienst als zeeman. Bekwaam, moedig maar niet onbezonnen, gelovig en bovenal, betrouwbaar. Op 8 mei 1633 zeilt "De Groene Leeuw" uit, tesamen met drie andere Groenlandvaarders. 

Op reizen naar het ruige eiland Jan Mayen nam men als ballast bouwstenen mee. Deze ballast werd op het land nuttig ingezet door er huizen mee te bouwen. Op de terugweg dienden gevangen walvissen als ballast. Dat hier een les voor later in zit is misschien ver gezocht, maar toch...

Of de Ruyter in 1634 opnieuw ter walvisvaart is gegaan is niet zeker.

Uit het scheepsjournaal van stuurman de Ruyter blijkt dat hij in 1635 opnieuw op de "De Groene Leeuw" onder schipper Jochem Jansen ter walvisvaart is gevaren. Het wordt een reis vol tegenslagen. Eerst storm en drijfijs en daarna ingesloten in het ijs. "Wij laghem so vast als of wij daarin ghemetselt waren" schrijft de Ruyter nuchter in zijn journaal.

Daarna was hij enige tijd supercargo en factor voor Lampsins in Dublin. Van deze tijd is helemaal niets bekend over zijn verblijf daar, al is het goed mogelijk, dat hij een latere tegenstander, Ayscue, daar al heeft leren kennen.

Op 1 juli 1636 huwde hij voor de tweede maal. Zijn bruid was Neeltje Engels en in 1637 kreeg hij zijn eerste zoon, Adriaen. Adriaen zou in 1655 tijdens een periode, dat hij bij zijn vader aan boord diende komen te overlijden. Of ziekte cq een ongeval hieraan ten grondslag lag is onduidelijk.

Michiel is inmiddels een welgesteld burger. Hij is matig en spaarzaam en heeft een zeer realistische handelsgeest. Bekend is dat hij op 6 mei 1633, drie jaar voor zijn huwelijk met Neeltje, voor niet minder dan zesduizend guldens rentedragende stukken (obligaties) kocht. Neeltje was dus een gegoede burgeres, die echter naast de zorg voor haar jonge kinderen (Adriaen en later, Cornelia, Alida en de jongste: Engel) in de lange tijden van afwezigheid van haar man ook zijn zaken moest behartigen. Een taak die marinevrouwen overal ter wereld tot in de eenentwintigste eeuw nog steeds voor hun mannen vervullen.